Takenpakket

Wie aan polders denkt, denkt aan uitgestrekte uitzichten en waterlopen met brede rietkragen. Weinigen echter die in de polders komen wonen, weten dat het gebied tweemaal per dag aan de dreiging van de zee blootstaat. Op dit punt is er sedert de middeleeuwen in feite niets veranderd. De moderne technologieën die we nu ter beschikking hebben om de verwoestende invloed van de Noordzee te proberen te weren, zijn natuurlijk niet meer te vergelijken met de primitieve middelen waarmee men vroeger die geweldige overmacht moest trotseren. Toch blijft er in de poldergebieden een aanhoudende aanwezigheid en bewaking nodig om mensen en bezittingen te beveiligen. Dit is precies de taak van de polderbesturen: het in stand houden van de ingepolderde gronden, ongeacht hun gebruik. De laatste jaren is bovendien gebleken dat zowel wateroverlast als watertekort met steeds grotere regelmaat en intensiteit voorkomen in Vlaanderen.


Waterbeheer

De primaire taak van een polder is het uitvoeren van de werken voor het afvoeren en vasthouden van het oppervlaktewater. Concreet vertaalt zich dat in volgende werkzaamheden:

 

Peillat

Regelen van het waterpeil zodat voor iedere grondbestemming een zo gunstig mogelijk waterregime bekomen wordt;

 

Muskusrat

Bestrijding van planten- en dierenexoten langs de waterlopen, bv. reuzenberenklauw, grote waternavel, muskusratten, …;

Kraan

Onderhoud, instandhouding en verbetering van het waterlopenstelsel en de bijbehorende kunstwerken zoals waternemingen, stuwen, pompinstallaties, duikers, …;

Bufferbekken Millebeek Roksem

Berging van het neerslagwater en afvoer van het overtollige oppervlaktewater ter voorkoming van overstromingen.

Het jaarlijks maaien/reiten van de waterlopen is van essentieel belang om het bufferend en afvoerend vermogen intact te houden. Bij het maaien worden de taluds en de bodem van de waterloop gereinigd door een kraan met reitmand. Door één enkele beweging van de machine wordt de waterloop over haar volledig profiel gemaaid vanaf de tegenoverliggende oever tot aan de nabijgelegen oever en wordt het maaisel opgevangen in een metalen reitmand. De maaispecie wordt daarna binnen de vijfmeterstrook gelegd.

Naast de jaarlijkse maaiwerken worden ook ruimingswerken uitgevoerd. Na verloop van tijd vormt er zich immers een sliblaag op de bodem van de waterloop, als gevolg van het rotten van plantenresten en het afbrokkelen van de oevers. Om wateroverlast te vermijden worden regelmatig slibruimingen uitgevoerd. Indien de oevers van de waterlopen zodanig zijn afgebrokkeld dat het de waterdoorstroming verhindert, wordt overgegaan tot oeverherstel. De waterloop wordt dan in zijn oorspronkelijke toestand hersteld en verstevigd met palen en planken.

De Middenkustpolder voert als enige West-Vlaamse polder een gedeelte van haar werken in eigen regie uit. Zo worden alle ruimings- en oeverherstellingswerken en een deel van de maaiwerken door het onderhoudspersoneel van de polder uitgevoerd. De Middenkustpolder beschikt hiervoor over één bandenkraan en twee rupskranen met bijhorende kraanbakken en reitmanden en een tractor met maaiarm.

De Middenkustpolder heeft een ratten- en exotenbestrijder in dienst. De ratten zorgen voor onstabiele oevers, waardoor het belangrijk is om ratten te bestrijden. Daarnaast worden ook planten bestreden zoals Reuzeberenklauw. Dit is een exoot en overwoekert alle inheemse plantensoorten.


Watertoets

In het kader van de watertoets verleent de Middenkustpolder, als waterbeheerder, advies aan de verschillende vergunningverlenende overheden. De watertoets is een instrument waarmee de overheid die beslist over een vergunning, een plan of een programma, inschat welke de impact ervan is op het watersysteem. Het resultaat van de watertoets wordt opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma.

Bij elke vergunning, plan of programma wordt bekeken wat de mogelijke impact ervan is op het watersysteem. Zo wordt o.a. nagegaan of de afstandsregels tot de ingeschreven waterlopen gerespecteerd worden en of er voldoende compensatie is voor het verlies aan ruimte voor water door het aanleggen van nieuwe verharde oppervlakten. Nabij of in overstromingsgevoelige gebieden worden strengere of extra voorwaarden opgelegd om wateroverlast te vermijden. Enkele veelvoorkomende projecten waarbij de polder om advies wordt gevraagd zijn: het bouwen van een gebouw groter dan 1.000 m², het wijzigen van een terreinprofiel (ophoging), het verkavelen van gronden, het overwelven van een waterloop, …

De watertoets is verplicht voor de vergunningen en de plannen die zijn opgesomd in het decreet Integraal Waterbeleid. Sinds 1 maart 2012 is een aangepast uitvoeringsbesluit van de watertoets van kracht die ook de lijst van vergunningen en plannen die aan de watertoets moeten onderworpen worden, uitbreidt.  Sinds 2023 wordt er rekening gehouden met nieuwe overstromingskaarten (pluviaal, fluviaal of vanuit zee). Een overzicht van de vergunningen en plannen die onderworpen zijn aan de watertoets is raadpleegbaar op de website van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). https://www.integraalwaterbeleid.be/nl/beleidsinstrumenten/watertoets/de-watertoets