Inkomsten
Om het onderhoud van de polderwaterlopen en de dagelijkse werking te financieren, int de polder zijn eigen belastingen. De wet betreffende de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 bepaalt daarenboven dat de provincie de onderhoudskosten aan de onbevaarbare waterlopen van 2de categorie kan terugbetalen aan de polder. Om grotere investeringswerken uit te voeren, kunnen polders en wateringen beroep doen op subsidies van de Vlaamse overheid. Het noodzakelijke onderhoud van de polderwaterlopen valt volledig ten laste van de polder.
De gewone inkomsten van de polder bestaan uit:
- De polderbelasting. Dit vertegenwoordigt ongeveer 1/3 van de totale inkomsten.
- De terugbetalingen op grond van de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen en wijziging van 26 april 2019. Artikel 7 van voornoemde wet bepaalt dat de ruimings-, onderhouds-, en herstellingswerken aan de onbevaarbare waterlopen, inclusief de exploitatiekosten voor de pompstations, ten laste van respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap (pompstations op waterlopen 1e categorie), de provincie (waterlopen 2e categorie) en de gemeentebesturen/provincie (waterlopen 3e categorie) zijn.
- Diversen (retributies, intresten en diverse inkomsten uit het patrimonium).
Polderbelasting
Het heffen van belastingen geldt als één van de meest kenmerkende bevoegdheden die aan de polders en wateringen door de wet zijn toegekend. Ze zijn echter slechts te rechtvaardigen voor zover zij worden aangewend om de noodzakelijke werken te bekostigen.
De polderbelasting/het geschot, wat is dat?
De geschotten zijn directe belastingen en worden geheven ten behoeve van de polder/watering om haar algemene doelstelling die van openbaar belang is, te verwezenlijken. De betaling van de belasting kan bijgevolg door de belastingplichtige niet aanzien worden als een tegenprestatie voor de werken uitgevoerd door de polder/watering. De belastingen worden over alle ingelanden omgeslagen in verhouding tot de oppervlakte van de percelen waarvan zij eigenaar zijn of het genot hebben krachtens een zakelijk recht.
De belastingvoet wordt jaarlijks door de algemene vergadering vastgesteld. Nadat de deputatie van het betreffende provinciebestuur de belastingsrol uitvoerbaar heeft verklaard, bekomt het Bestuur een wettelijke schuldvordering tegenover alle personen die in het kohier zijn ingeschreven. De ontvanger-griffier is er dan toe gehouden de geschotten te innen. Voor de invordering en vervolging heeft de ontvanger-griffier dezelfde prerogatieven als deze voor de inning van de belastingen ten behoeve van de Staat.
Wie moet de belasting betalen?
De belasting is verschuldigd door de ingelande volgens de eigendomstoestand op 1 januari van het belastingjaar. Indien de verkoopsakte na deze datum is verleden, dan is de belasting dus nog verschuldigd. Met ingelande wordt bedoeld de eigenaar of mede-eigenaar, de vruchtgebruiker, de erfpachter of houder van een recht van opstal van een eigendom gelegen binnen het gebied van de Middenkustpolder. Indien er meerdere mede-eigenaars zijn van een perceel dan staat het de polder vrij om de belasting te richten aan één van de eigenaars. Alle percelen, ongeacht hun aard of bestemming, bebouwd of onbebouwd, zijn aan de belasting onderhevig. Alleen de oppervlakte is relevant voor het heffen van de belasting: zoveel euro per hectare, met dien verstande dat op de kleine percelen een minimum aanslag geheven wordt. Het rekeningnummer is BE10 1430 7370 0604
Bezwaren tegen de aanslag dienen te gebeuren per aangetekend schrijven binnen de drie maanden na ontvangst van het aanslagbiljet bij de deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries (Brugge).
Dit bezwaar is niet opschortend.
Waarvoor moet ik polderbelasting betalen?
De polderbelasting wordt hoofdzakelijk geheven ter financiering van de onderhouds- en beschermingswerken aan de onbevaarbare waterlopen, evenals voor het dagelijks bestuur en de dagelijkse (administratieve) werking van de polder. Voor meer informatie over de werkzaamheden die de polder uitvoert, neem een kijkje op takenpakket.
Hoeveel bedraagt het geschot?
Elk jaar wordt door de algemene vergadering de aanslagvoet vastgesteld. Het geschot goedgekeurd op de algemene vergadering van 2024 bedraagt 19 euro/hectare, met een minimumaanslag van 19 euro per ingelande. De polderbelasting met aanslagjaar 2024 worden vermoedelijk in oktober per post of per mail verstuurd. De termijn voor het betalen van de aanslag bedraagt twee maanden. Daarna wordt een eerste aanmaning (+ kosten en intresten) gestuurd. Blijft de belastingplichtige in gebreke, dan wordt er een aangetekend schrijven gestuurd waarbij de hoofdsom wordt vermeerderd met de wettelijke verwijlintresten en een forfaitair bedrag voor de gemaakte kosten. Indien de belastingplichtige geen gevolg geeft aan deze aanmaning, volgt de dwanguitvoering met de gerechtsdeurwaarder.
Uw aanslagbiljet voortaan digitaal ontvangen per mail? Dat kan! Stuur een mailtje naar chantal@middenkustpolder.be en vermeld duidelijk uw naam en adres.
Veel gestelde vragen over de polderbelasting
- Ik ben geen eigenaar meer, maar krijg toch nog een aanslagbiljet.
- De belasting wordt verstuurd naar de persoon die op 1 januari 2024 eigenaar van een perceel/gebouw was. Indien je geen eigenaar was op 1 januari 2024, gelieve ons te contacteren en eventueel de eerste pagina van de akte van de verkoop door te sturen.
Uitgaven
De waterhuishouding vormt de grootste uitgavenpost.
De wet op de polders en wateringen legt aan deze besturen de verplichting op jaarlijks een staat op te maken van de werken die in de loop van het jaar moeten worden uitgevoerd. Deze staat bevat een raming van de uitgaven en maakt een onderscheid tussen de onderhoud- en instandhoudingswerken en de aanleg- en verbeteringswerken.
De gewone uitgaven van de polder bestaan uit:
- Gewone onderhoudswerken aan waterlopen: het maaien van bodem- en taludvegetatie en ruimingswerken (ophalen van slib uit de waterlopen).
- Oeverherstelling- en verstevigingswerken.
- Onderhoudswerken aan kunstwerken: onderhoud van sluizen, pompstations, stuwen, rabotten, schotbalken, e.a.
- Aanleg- en verbeteringswerken: in sommige gevallen (toenemende urbanisatie, aanleg van bedrijventerreinen en wegen, ...) is de bestaande infrastructuur niet in staat om de versnelde waterafvoer en de steeds hogere piekdebieten op te vangen en is een ingrijpende aanpassing van de waterloop en eventueel een herinrichting van de waterhuishouding noodzakelijk, zoals de bouw van pompinstallaties, de aanleg van wachtbekkens, enz.